top of page

BORST

teksten van BORST in de studio 14/04


Hyster-x, het nieuwe Belgische schrijverscollectief voor vrouwelijke en non-binaire makers, stelt voor: BORST: Een multidisciplinair kunstproject. Samen met schrijver/curator Uschi Cop onderzoeken we de fascinerende manieren waarop hedendaagse makers zich verhouden tot het fysieke aspect van gender. Hoe beïnvloedt vrouw of non-binair zijn het werk van literaire en beeldende kunstenaars ? Wat is de rol van lichamelijkheid en naaktheid in het overdragen van betekenis? Wat met verhalen die voorbij gender reiken?


Uschi Cop

Intro

De borst. Een symbool van vrouwelijkheid, seksualiteit, erotiek. Een symbool ook van moederschap, vruchtbaarheid, van ons mythisch menselijk oorsprongsverhaal. De borst. Vaak toegedekt, verborgen, taboe. Vaak toegeëigend door mannen, door hun blik, verlangens en nieuwsgierigheid. Te weinig vanuit niet-mannelijke perspectieven bekeken.


En inderdaad :tot in de Renaissance was de borst een expressie van de onvolmaaktheid van het vrouwelijke lichaam. Het vrouwenlijf was een misvorming van het mannelijke ideaal.


Zelfs nu nog is de evolutionaire geschiedenis van het vrouwelijk lichaam, en dus ook de borst, vanuit een bijna exlusief mannelijke blik gedreven. Neem nu de populaire visie van Desmond Morris: borsten zijn volgens hem geëvolueerd door seksuele selectie. De bolling van de borsten zou de bolling van de billen nabootsen. Dat zou voor mannen erg aantrekkelijk zijn geweest, waardoor vrouwen met dikke borsten meer kinderen hadden. Verschillende vrouwelijke antropologen pleiten de laatste jaren echter voor een alternatieve verklaring, gebaseerd niet op seksuele selectie, maar op natuurlijke selectie: Omdat mensen grotendeels kaal zijn, kan de baby zich niet vastklampen aan de onderbuik om te zogen, dus kwam de borst hoger te zitten, verplaatste de tepel zich: zo kon een vrouw haar baby in de armen houden tijdens het zogen. Ook zwollen de borsten op, om met dat extra vet beter een langdurige en complexe zwangerschap in stand te houden. Moeilijk om te bewijzen, want er bleven geen fossielen achter omdat borsten grotendeels uit vet bestaan. Maar zonder bewijs, blijft de mannelijke interpretatie veel hardnekkiger.


Vandaag is de borst is een product bij uitstek. Van de champagneglazen die werden gevormd naar de borst van Kate Moss, tot de 300 000 cosmetische borstvergroting per jaar. Moedermelk wordt geruild op de zwarte markt om body builders extra kracht te geven, om gezichtsmaskers te maken die beloven rimpels uit gezichten te laten weg te strijken, kapitaliserend op de mythe van eeuwige jeugd. De seksualisering van de vrouw, van de borst, verkoopt. We zouden haast vergeten dat ook mannen borsten hebben, kunnen lacteren, borstkanker kunnen krijgen, en tepels hebben waar seksueel genot uit voortkomt.



Illustration by Charlotte Van Hacht


De borst. Zelden gezien in al haar diversiteit: Bubbelig, hobbelig, glad, strak, slap, symmetrisch of erg ongelijk. Zelden gezien als een bron van plezier, genot, pijn, levensonderhoud - en zelfs soms van de dood. Te weinig vanuit niet-mannelijke perspectieven bekeken.

Deze avond staat in het teken van die andere blikken.


In 1989 protesteerde het collectief Guerilla Girls in New York met de slogan: ‘Do women have to be naked to get into the Metropolitan Museum?’ Zij stelden vast dat minder dan 5% van de kunstwerken in musea van vrouwen waren, terwijl meer dan 85% naakten vrouwelijk zijn, maar dan geportretteerd door mannen. Ze worden geobjectiveerd als lustobjecten en zijn zelf relatief afwezig als kunstenaars met een oeuvre. Dit protest is jammer genoeg nog steeds relevant. Vandaag zijn nog steeds amper 12% van de kunstwerken die in Westerse topmusea hangen van de hand van vrouwelijke kunstenaars. Slechts 3 tot 5% van de werken die geveild worden zijn van vrouwen en deze leveren ook minder dan de helft van het geld op dan de werken van mannen.


Waar vrouwelijke directeurs aan het roer staan, zoals in de Serpentine Gallery in London en het Whitney Museum in New York, hangen wel meer vrouwen: tussen de 30 en 35%. Dit is een verbetering, maar nog steeds bitter weinig. Bovendien verdienen deze vrouwelijke directeurs slechts 75% van wat hun mannelijke collega’s verdienen.


Vanavond geven Hyster-x, het nieuwe schrijverscollectief, en De Studio het podium aan vrouwelijke en non-binaire makers. Ze brengen tekst, laten beeldend werk zien en praten over de lichamelijkheid van het creatieve proces. Vanavond staan we hier open en vrij. Naakt. Met of zonder borsten. Welkom op BORST.




Steff Geelen


En niet weer een ander die ik voor het eerst aanraak


Mijn lichaam herinnert zichzelf niet

hoe het net nog was, gisteren of vanochtend.

Ik kijk naar een moedervlek en weet niet waar die ontstond.

Welke vakantie, zonnestralen of zwempartij hem ooit begon.

Mijn lichaam herinnert zich geen oorsprong, geen begin.


Geen kleiner kleiner kleiner kleiner kleiner kleiner kleiner niets.


Op de foto nog een kind pootjebadend in een regenplas dat ik niet herken, niet echt, alleen van eerder gezien, alleen van het jou horen zeggen hoe ik kledingstuk voor kledingstuk tot ik helemaal in mijn blootje stond. Ik weet niet meer hoe het voelde, hoe het voortbewoog toen het ooit een tijdje zwaarder was.


Ik zit in de trein onderweg naar het verzorgingstehuis waar jij over een paar dagen zult sterven en mis mijn ex. Ik heb dat missen al een jaar niet meer heb gevoeld, niet sinds ik opnieuw verliefd werd. Alsof opnieuw vallen te veel doet denken aan hoe je eerder viel. Hoe die heimwee naar een nieuwe huid samenvalt met het missen van de vorige. Over een paar dagen zul jij sterven en ik denk niet aan je.



Illustration by Charlotte Van Hacht

In mijn nachtlichaam beweeg ik tussen herinneringen aan al mijn vorige en toekomstige lichamen. Ik leg mijn handen op mijn borst en voel de dood.


Ik heb het gevoel onophoudelijk van iets weg te bewegen.

Vraag me niet het te benoemen.

De woorden zijn ijzig en glad.


Zo zag ik je in mijn droom:

een lichaam losgeraakt van de tijd,

zakkend naar de bodem.

Hoe je achtereenvolgens, nee gelijktijdig

een baby

jonge jongen

oude man was

iedere lichaamsvorm doorschemerend in de volgende,

doorweekt en zakkend,

tijdloos en overal zo droomde ik je dood.


Er was ooit drie kilo meer van mij.

Ik droeg het dag in dag uit, ging ermee naar buiten, slapen.

Het werd gewassen onder de douche,

aangeraakt door handen, die ik niet meer ken,

mijn borsten zijn er nog in de bewegingen die mijn lichaam automatisch maakt,

armen die ik om mijn naakte lichaam sla misgrijpen

op hun oude plek alleen lucht,


die perfecte lege ruimte

omhelzen.


Ik som jullie op:

Jij

Mijn ex

Mijn borsten

omdat ik verander en met iedere verandering iets minder aan jullie toebehoor.


In mijn droom ben je weer een jongen. Je gaat op de stoep voor de kerk in foetushouding liggen. Om je heen heeft zich een groepje mensen verzameld. Ze kijken naar je, maken zich zorgen, vragen zich waar je bij hoort. Ik vind je daar en raak je niet aan, in plaats daarvan ga ik tegenover je liggen, in precies dezelfde houding, alsof ik je spiegel ben. Zo weten de mensen dat jij gevonden bent en ze wijken uiteen. Samen lopen we naar het lichaam van jou als oude man, je leeft nog, maar ligt roerloos alsof je oefent voor de dood, je kent het wel: ogen gesloten, handen gevouwen op je middenrif. Samen begraven we je. Eerst jij een schep aarde, dan ik.


Je laatste adem, een luchtkus.


Stel je voor dat ik mijzelf tegen zou komen

laten we zeggen in een bioscoopzaal

net voordat de film begint

wanneer het scherm zwart wordt

en mijn ogen nog niet gewend zijn aan het donker

en ik zou mijn hand uitstrekken

en mijzelf aanraken,

gewoon over de mouw van mijn trui strelen

en mijn hand vastpakken


ik wil dat je het je voorstelt

het is belangrijk

oké

zie je het voor je?

mag ik je nu iets vragen?


ik vraag het aan jou

omdat jij zolang geleefd hebt

Omdat jij de koning bent van het vergeten

Omdat je zo snel langzamer werd

Tot je alleen nog voetje voor voetje

En toen zelfs dat niet meer

Omdat jij de enige bent

Die misschien nog koppiger is dan ik

Veel te lang vasthoudt wanneer het enige is

Wat je moet doen: loslaten

Omdat ik niemand kan vragen hoe je sterven moet

Omdat je dan te dood bent

Maar als het kon

Vroeg ik het aan jou

Omdat je na zeven dagen nog bleef

En bleef en bleef

Maar uiteindelijk ging omdat oma het je opdroeg

Omdat alle zachtheid en

Alle betweters en alle klootzakken in jou

Nu overal zijn

En dus ook in mij

En ik me voorstel

Dat je na de dood

Weer met al je lichamen herenigd bent

Daarom wil ik je iets vragen


Wil je me beloven dat er iets is:

een geur,

een teken,

iets aan mij wat niet te missen valt,

dat bewaart blijft,

in al mijn vormen,

aan mij kenbaar maakt dat ik het ben

op dat moment vlak voordat de film begint.


Helena Elshout

Erf (fragment)

Illustration by Charlotte Van Hacht

Ge moogt niet vergeten waar ge vandaan komt. Ge moogt niet vergeten waar ge vandaan komt. Ge moogt niet vergeten waar ge vandaan komt.


Dat was wat mijn oma zei toen ik geen dieren meer wou eten. Haar vader was beenhouwer. Aan het eind verknipte hij geen dieren meer maar beelden: foto’s, en postkaarten van kerken, worsten, kinderen. Hij maakte plakboeken. En als zijn boeken vol waren plakte hij verder op de keukentafel en de kasten. Hij plakte alles vol. Dat was een ode aan zijn vrouw. Een altaar voor haar. ‘’t Was zielig’, zegt oma, ‘echt zielig’. Hij geraakte zijn draad kwijt. Zoals zij nu. ‘En dat werd altijd maar pikanter, met wulpse vrouwen en blote borsten… Ik heb die allemaal in het vuur gesmeten.’ Zij wou vergeten waar ze vandaan kwam.


‘Kom eens mee naar de badkamer, oma moet u iets tonen’. Ze gaat op de rand van het roze bad zitten en doet haar gilet, haar blouse en haar bh uit. ‘Kijk, mijn engelken, zo ziet ge hoe dat eruit ziet en moet ge u daar geen zorgskes over maken. Oma haar borst was ziek, ze hebben die weggedaan en nu is oma weer gezond.’ Ik staar naar de paarse streep op de plaats van haar borst. En ik mag spelen met de velcrovervangborst. Ze voelt als een kipfilet met een folietje rond.


Dat ik een genetische belasting heb, een sterk verhoogd risico op borstkanker én op eierstokkanker en ook nog een beetje alvleesklierkanker. Volgens mijn gynaecologe is het goede nieuws dat ik mijn borsten preventief kan laten amputeren.


Wat is dat dan ‘sterk verhoogd risico’? Het leven op zich is een verhoogd risico.


Wat blijft er over van uw lijf als ge er alle risico’s uit wegsnijdt?


Mijn borsten zijn geen tikkende tijdbommen. Ze zijn prachtig en lekker en gezellig en ik moest er 17 jaar op wachten en de dag dat ze daar waren danste ik door de straten en ontplofte mijn hart. Ze waren groot en knapperig. Nu zijn ze klein en zacht nadat mijn kind groeide en bloeide van de melk die eruit stroomde. Mijn borsten zijn weelde en overvloed en duizend afdrukken van vingers, handen, lippen, tongen.


Waar ben ik zo bang voor? Zijn we bang van vrouwen zonder borsten? Ben ik bang van mezelf zonder borsten?


‘Anders kunt ge beginnen met het wegnemen van je eierstokken, dat zijn maar heel kleine littekentjes?’


Zonder eierstokken wordt ge rapper dement.


Ziet gij die berg daar in de mist, die berg baarmoeders die al jaren en jaren en jaren gretig uit vrouwenlijven gesneden zijn. Miskramen, hysterie, endometriose. Hij groeit en groeit en groeit. De mist trekt dicht.






Anke Verschueren

Coming out (chihuahuawangetjes)


1

het is

best spannend

dat had ge niet verwacht want het voelt heel normaal allemaal het voelt juist eindelijk ge hebt u altijd afgevraagd hoe dat zou voelen ‘juist’ en nu voelt ge het ge zijt geland met uw twee voeten op de grond en het is zot maar ze weten precies uit hun eigen waar ze naartoe moeten en het enige wat gij moet doen is rustig volgen op de grond vertrouwen

ge hebt het altijd al geweten, eigenlijk of niet als ge heel eerlijk zijt zijt ge zelf ook wat geschrokken had ge zelf ook niet gedacht dat het echt zou gebeuren maar ge weet niet of ge dat wel zo moogt zeggen want ge zijt ook bang dat ze u niet gaan geloven dat ge het eerst moet bewijzen dus ge zegt ik heb het zelf altijd al geweten

heel stellig

terwijl ge eigenlijk bedoelt ik weet het nu

en dat zou genoeg moeten zijn






2

het zijn

593 likes op Instagram 630 likes op Facebook en 144 reacties met hartjes en kuskes

vooral van mensen die ge al jaren niet meer hebt gezien of gehoord van een nicht van uw vader naar wie ge alleen maar zou knikken als ge ze op straat tegenkwam van de jongen waar ge een heel jaar tegen uw goesting twee uur per week naast zat in de godsdienstles in het tweede middelbaar van een vriendelijke mevrouw die u vier jaar geleden eens heeft geschminkt toen ge een filmke moest opnemen dat ge, zo beseft ge nu, zelf nooit hebt teruggezien van één van de leidsters van de chiro waar ge nooit hebt ingezeten van de turnjuf die met pensioen ging toen gij in het derde leerjaar zat (en ge snapt zelf ook niet goed hoe ge daar Facebookvrienden mee zijt geworden)

de meldingen stromen binnen en uw hart loopt over en bij elk regenboogvlaggeske dat er op uw scherm verschijnt beseft ge meer hoeveel dit voor u betekent dat ge deed alsof het niet zo was maar dat ge toch nog bevestiging nodig had van anderen dat ge wou dat het niet zo was

maar het is wel zo en dat is oké

ge zijt dankbaar dat ge ze krijgt

dat het liefde is waarmee ze u bestoken



3 het is

uw moeder die zegt

‘goh ja, ik weet nog dat gij vroeger op de speelplaats altijd voetbalde met de jongens’

en merken hoe elke vezel in uw lichaam zich tegen die stereotiepe heteronormatieve irritante kutopmerking wil verzetten

en toch zwijgen glimlachen weten dat dit haar manier is

voelen dat ze eigenlijk bedoelt dat het goed is

en blij zijn als ge ziet dat zij ook een hartje heeft gereageerd


4

het is

rustig in uw bed terugkijken naar de 27 jaar die al zijn gepasseerd

terugdenken niet aan de voetbal op de speelplaats met de jongens waarvan er trouwens eentje uw lief was

maar aan dat ene meisje in de dansles met wie ge soms via de spiegel oogcontact had en dat ge uitkeek naar haar verjaardag omdat ge haar dan drie kussen mocht geven

aan die van Engels van in ’t vijfde middelbaar en wat ge over haar had gedroomd toen ze als begeleider mee was op het bezinningsweekend

aan één van uw beste vriendinnen op ’t unief waar ge samen mee ging feesten en u altijd het hardst amuseerde en dat ge pas echt tot rust kwam als ge bij haar bleef slapen ook al was dat op een hard matje op de betonnen vloer naast haar bed

het is ineens begrijpen dat ge het eigenlijk wel ‘al altijd had kunnen weten’

en u afvragen hoe het komt dat ge het niet doorhad


5

het is

toch ook amai, dat had ik nu echt niet van u verwacht maar ik vind het chique dat ge ervoor uitkomt

alsof ge net hebt gezegd dat ge eens graag gebakken chihuahuawangetjes wilt eten


6

het is

haar hand vastpakken op straat

en niet eens zien of en hoe ze kijken niet eens horen of en wat ze roepen

want het enige wat ge doet is voelen



Illustration by Charlotte Van Hacht

Eva de GElder


Odette en het uurglas

Er was een kamer


Vanaf mijn twaalfde deelde ik een kamer met mijn grootmoeder.

Het was 2005. In de aanloop naar het middelbaar kregen mijn leeftijdsgenootjes en ik een eigen GSM en de schuchtere vrijheid om ons zelfstandig naar school te verplaatsen. Vrijheid werd niet zelden uitgedrukt aan de hand van mobiliteit, en de trappen van vergelijking evolueerden met ons mee. Vooruitgang: het was een grafische curve van linksonder naar rechtsboven, één die begon met het afschudden van de zijwieltjes die we niet langer nodig hadden. Onze kinderfiets werd vervangen door één met vitessen. We kregen een buzzypass, een geplastificeerde overeenkomst met het openbaar vervoer dat ons op die leeftijd met trots vervulde, en wie weet, binnen een jaar of vier: een brommer, de gouden medaille der puberteit.

We werden voor het eerst iets als eigenheid gewaar: we incarneerden langzaam maar zeker een maatschappelijk beeld van ons lichaam en onze persoon. Het individu als object, iets dat geklasseerd moest worden en nood had aan labels op basis waarvan we ons konden aligneren of distantiëren. Skatergirl, emo, computernerd, metalhead. ‘Meisje’ werd ‘chick’, ‘jongen’ werd ‘gast’ of ‘dude’, en jezelf ontdekken bleek een bal die veel moest kaatsen vooraleer hij in het net terecht kwam.

Het was ook de periode waarin seks voor het eerst voelbaar zijn intrede maakte, en voor een aantal jaar alles zou domineren. Alles was seks op die leeftijd. Het niet hebben van seks, het fantaseren over seks, naveltruitjes, lipgloss, het peilen van blikken en het hopen dat ook wij ooit het object van verlangen zouden vormen, en dit verlangen tegelijkertijd vrezen in de vorm van Soa’s en tienerzwangerschappen. Lola, het coolste meisje van de klas, had in het eerste middelbaar al een Durex in haar portefeuille zitten, en dientengevolge gingen ook wij condooms kopen in het Kruidvat – altijd ‘voor een vriendin’, hoewel de kassierster niet naar dergelijke informatie vroeg.

Net op die leeftijd deelde ik een slaapkamer met mijn grootmoeder, met mijn oma: Odette.


In de kamer stond een tafel


In de kamer stond een tafel, maar geen spiegel.

Elke minuscule lichamelijke verandering die ik hoopte aan te treffen, moest ik vernemen via mijn gefumeerde reflectie in de ramen en die was - afhankelijk van de lichtinval en mijn gemoed - nogal vatbaar voor interpretatie. We probeerden onze eerste push-ups: Bh’s waar niks in kon maar die even gewatteerd waren als een kogelvrije vest, en die ter afwachting van onze borstvorming op zijn minst al ‘de illusie van’ konden wekken.

Al lachend sloot ze de gordijnen wanneer ik mij weer eens stond te ‘spiegelen’. Mijn oma had een hekel aan protserigheid, en spiegels waren bijgevolg volstrekt overbodig meubilair. ‘Mooi’ was een woord dat haar lippen niet passeerde. Haar hoogste graad van uiterlijke waardering uitte zich in het woord ‘fris’, iets dat voor mij meer alludeerde op ons reukorgaan dan ons zicht.

Fris. Hoe vreselijker mijn haar naar achteren was getrokken, hoe minder ik mijn puberale puistjes trachtte te camoufleren, hoe minder ik bezig was met mijn uiterlijk tout court, des te ‘frisser’ ik er volgens haar uit zag. Je kon het haar tenminste niet verwijten voor zichzelf andere principes te hanteren. Odette droeg geen make-up en liet geen permanent zetten. Ze kleedde zich als een intellectueel uit de jaren 80, type Diane Keaton: losse broeken, V-hals truien, neutrale kleuren. Ze geloofde niet in juwelen, noch in benen scheren. Het Kruidvat – dat zo stilaan het trefpunt was verworden voor al onze puberale benodigdheden – was voor haar ongekend terrein, hell, ze bezat niet eens een lippenbalsem. Aan haar kant van de wastafel prijkte slechts één armtierig potje blauwe nivea, en dat volstond om haar tot op hoge leeftijd quasi rimpelloos te houden.




Op de tafel stond een uurglas


Op de tafel stond een uurglas, en het weinige zand dat er in zat, leek zich op te houden in het midden.

Ik was 12, en zij was 71. Ik was nog geen vrouw en zij werd als dusdanig niet meer aanzien. Een vrouw van boven de 55 was volgens de goegemeente namelijk amper nog vrouw: ontdaan van vruchtbaarheid, oestrogeen en zinnelijkheid werd je na die leeftijd beschouwd als een amorf wezen, iets seksloos, dat zich afhankelijk van het al dan niet hebben van nageslacht tevreden moest stellen met de titel ‘oma’ of ‘oude vrijster’.



Ik had nog geen borsten en zij had er geen meer. Mijn tepels waren kinderlijke puntjes, nauwelijks aanwezig, en daar waar de hare moesten zitten, liep er een dartel patroon van witte streepjes en stipjes, als morsecode, met een boodschap die ik pas later zou weten te ontcijferen.

Dit was het midden, hier was waar de korrels zich groepeerden: twee gevulde brassières voor twee verwanten, één vóór de seksualiteit, en één er voorbij. Ik droeg de mijne om de toekomst te versnellen, en Odette de hare om de verleden tijd te vermommen tot een heden, om hetgeen de geneeskunde had weggenomen te compenseren. Dit was geen zaak van ijdelheid, Odette bleef spiegel-schuw en wars van esthetiek, en net hierin lag de diepere boodschap, de code die zich enkel door ervaring liet kraken: wat het was om borsten te hebben, wat het was om ze te verliezen, en de prijs – objectivering, seksualisering, ziekte - die we er vroeg of laat allemaal voor betaalden.


Het uurglas kantelde

Het uurglas kantelde.

Een eerste schunnige opmerking op de bus, een suggestieve knipoog, een pijpgebaar waarbij een jongen zijn tong diep in de zijkant van zijn wang ramde, terloops, alsof het niets was. Wij die toen nog niet beter wisten, en in stille halfslachtige vernedering lachten, en sterker nog, op een verdraaide en perverse manier zelfs bijna geflatteerd waren.

Niet langer kind, niet langer amorf.

Deze met-amorf-ose was tijdelijk: in deze kamer gingen wij van amorf naar amorf, gescheiden door x-aantal jaren fertiliteit. De regels van de tijd plooiden zich naargelang onze sekse en ze fluisterden, nee, declameerden, dat man-zijn voor eeuwig was, lineair, ja, wederom een curve van linksonder naar rechtsboven die verliep volgens de Christelijke regels van de vooruitgang, en dat wij vrouwen tot het Oosten behoorden, dat bij ons deze titel genaamd ‘geslacht’ onderworpen was aan circulariteit en berustte op condities die vervlieden buiten onze eigen wil om.

Het uurglas kantelde, het werd gegrepen door een onzichtbare hand. De korrels kwamen los, ze vermenigvuldigden zich met elk klotsen tegen de glazen wand, en het zand, dat Odettes lichaam had verlaten, liep stilaan naar mijn kant.





Layla Sabourian


Breastfeeding⏤A Multisensory Affliction

It’s one of those fiddly motherhood moments. Here I am, standing at the open door of a parenting class with my obviously adopted black baby in my arms, waving to the group of first-time mums seated around the room.

The group facilitator points me to a plastic chair sandwiched between Jennifer #1 and Jennifer #2. The Jennifers must’ve exchanged dress code memos because they’re wearing identical, slim-fit Bravado nursing camis.

“Oooh, your baby is sooo cute,” Jennifer #1 says.

“Are you breastfeeding him?” asks Jennifer #2.

“Umm, no,” I say. “I adopted her, actually.” I brace for impact as the pseudo-sympathy bomb drops.

“Ohh!” coo the Jennifers in unison.

To my surprise, another bomb goes off across the room.

“Ooh, that’s such a shame,” says Melissa from Missouri, shaking her head at me.

I can’t hold my tongue anymore. “Excuse me?“

“Oh no, I just mean... The breast feeding—I mean, not the ‘breastfeeding’…” Melissa tries to back-track, to no avail. ‘Oh, I’m just so... clumsy with my words. Mummy Brain, right? Huh? Heh.”

“I think we all understand what you mean, dear,” the facilitator says, promptly rescuing Melissa from her word vomit. “Breast milk is the, er, best nutritional choice for infants…”

Melissa from Missouri, now afflicted with a particularly sudden case of Crocodile Tears, sniffles. “Yes, yes, I meant to say I am so sorry for you not to be able to share this special time with your baby, this... This ancient ritual that’s helped so many mothers bond with their babies for centuries. So sorry.”


illustration by Charlotte Van Hacht


My eyes are watery too. Damn weed pollen in California. Allergies fluctuate with the seasons, but breastfeeding is a year-round, multisensory affliction. I smile at Melissa, because these good-intentioned breastfeeding moms don’t need to know I’m not on their nostalgic wavelength. They don’t need to know that I actually chose to adopt my second baby, and that I’m not at all disappointed, nor emotionally overwhelmed by her. Nobody needs to know that I secretly enjoy not having to expose my naturally full and firm 36 DDs to nipple vasospasm, teething, or mastitis⏤the many harms of breastfeeding that I do not miss in the slightest.

“Oh, yes,” I say, swiping at my nose with my sleeve. “Such a shame, it’s crushing.”

But I remember the sleepless nights bonding with my first born, who insisted on suckling or grabbing at my breasts 24 hours a day, seven days a week, and oh God, the embarrassing incident when my husband accidentally served my breastmilk (pumped painfully for hours) to our neighbor’s son. With cookies. I remember my cracked and bleeding nipples stinging in the shower until my firstborn finally learned how to latch correctly.

“I hope I didn’t offend you,” says Melissa from Missouri, shifting her child in her arms. “I didn’t mean it.”

My youngest’s twinkling eyes in the crook of my elbow confirm that these sentiments are best kept to ourselves, but I have half a mind to tell Melissa how amazing the bonding between a mum and her baby is when she’s not constantly draining her breasts. And oh! The joy of being able to feign slumber in the middle of the night so that, when the baby wakes up, Daddy is obliged to feed!

The facilitator is rattling off tips and tricks, but I find myself at home again, as I look down at my daughter. I hold her against my heart and breathe in her scent—that sweet, new-life smell. She touches my face. My chest.

“You didn’t,” I assure Melissa with a head shake. “Don’t worry about it.”

I watch the other mummies lay down on their sides, but I’m thinking about Tacolicious, on University Avenue where we’ll celebrate over guiltless margaritas. Jennifer #1 places a pillow beneath her angel’s head, elevating her baby to reach her breast. Jennifer #2 does the same, but avoids my eyes.



Marie Darah

half and half


illustration by Charlotte Van Hacht


I am cut in half.

Half Lost, half threw.

Vertical Line.

Opened fruit.

Too soon, too young,

unripe song.


Cut in half in the middle.

trepanned from my clit to my skull.

Half an half.

Joy and desperation.


There's some water that I heard but never touched.

But somehow I'm wet.

There's some water and laughter.

But somehow I'm mourning.

Childhood stops here.

In the middle of my chest.

You touch me in my little pink swimsuit.

And you kill the little frog.

Never happy again.


Bad frog on my breast who does nothing to unrape me.

You speak about James Bond.

How strong he is.

I look at James Bond Girls and I know why they Always kill after all.

I think they are sexy in their own jersey.

I know that I'm gay already.


But you cut me in half.

Half a boy,

half a girl.

Each terrorised.

Each butchered.

One wet. One dry.


All together grown up by your

hand on her breast, on their chest.

the little frog croaks and dies.

none of the three will

survive.


I'm half an half human,

fifty-fifty broken,

so-so my soul is gone.

In the little frog's graveyard.

Headstone incised,

here lies Marie seven and a half years old, they were children, not sex

toys.


I am cut in half.

Half Lost, half threw.

Vertical Line.

Opened fruit.

Too soon, too young,

unripe song.


Cut in half in the middle.

trepanned from my clit to my skull.

Half an half.

Joy and desperation.


Before the pool in your garden.

We were a little frog and snail. Fast and slow.

Ready to ...not go. Afraid, amused, jumpy, and used... To shine on a Sunny day. We were two in one. Never fighting. Always helping each other.

I was her. I was him.

We were together a bunch of

happy living.

Running on the Earth. Crawling on the dirt.

Diving in the sea. Flying in our Dreams.


We were three free children. Happy. Chest up. Breast down. No need to choose yet.

Three halves ready to prove that we Can survive

even if no one talked about who we would/will be.

I was them, not only me,

struggling With the World.

Raped society who shut up. Silence.

Like dead children over the coach of ignominy.


I was cut in half.

Half Lost, half threw.

Vertical Line.

Opened fruit.

Too soon, too young,

unripe song.


Cut in half in the middle.

Trepanned from my clit to my skull.

Three half an half.

Joy and desperation.

Love and resurrection.

Shout and denunciation.



Hannah Chris Lomans



Illustration by Charlotte Van Hacht
















Melanie Asselmans

Functioneel Naakt

Gisteren was ik functioneel bloot, door en voor u gecreërd

ik was blote borst, blote buik, blote bil, blik op bloot

ik was bijvoegelijk bruikbaar en breekbaar, net dat tikkeltje meer

ik was olieverfschilderij nude, strategisch geplaatst stukje vlees

in de woonkamer van menig politiek veelzeggend man

pornografisch afrukbare pagina uit een negentiende eeuwse roman

ik was ronduit, voorovergebogen, langs achter, uitgespreid, in het lang

in het wit, in het wit, in het maagdelijk, haarloos en spierwit

nooit centraal, wel gecentreerd, altijd mooi passend bij het florale behang

ik was beautifully on display, never to touch my own breast, completely still object

ik was verdeel me onder de toeschouwer tot de toeschouwer over mij heerst

ik was your way of seeing, onderworpen aan de male gaze



Illustration by Charlotte Van Hacht


Vandaag ben ik onafhankelijk naakt, vrouwelijkheid gemaskeerd

ik ben mevrouw, mijnheer, mevrouw, mijnheer, nee mevrouw, nee mijnheer

ik ben bruut, bruusk, breng verwarring, heb mijn beeldschone lichaam in zijn ogen

op een volkomen foute manier geportretteerd.

ik ben olieverfportret naked, zeker van het voetstuk waarop ik

mezelf op mijn eigen voorwaarden drappeer

ik ben eenentwintigste eeuwse vrouwelijke tepel op instagram

geheel krachtiger, gevaarlijker, confronterender dan die van de man

want ik voed, ik eis op, ik produceer, ik ben rond of hangend of krom of parmantig

ik ben beautifully queer, touch my own breast, and body, and bum.

Touch my own breast, my body, my bum. ik ben persoonlijk plezier

ik constateer mezelf, zie mezelf door de Woolfs looking glass nu eens te meer

ik ben diverse ways of seeing, een uitkomst van mijn eigen female gaze


Morgen ben ik – en niet voor de eerste keer – olieverfkunstwerk woman

ben ik mijn eigen kunstenaar centraal,

spreekt mijn borst, buik, bil, blik klare taal

dan heb ik mezelf van the eye of the beholder ontdaan

dan ben ik naakt in alle vormen, niet bloot,

dan geef ik mezelf naakt in alle vormen, niet bloot

dan ben ik wat ik zelf aanschouw:

ik ben onafhankelijk naakt, ik ben vrouw.


FEMINIX


I am small I am tiny

doesn’t mean

I am not worthy

Some can compare me to a board

But I don’t care I am more than broad


It is finished to despise me

Look what fashion has done of me

Star of the runway

you can see

Me exemple

Of glam pretty


By the way Dirty conclusion

Of Pedophile expectations

Small breast for sweet masturbation

Over young and fresh dominion


Yet if I am old, wrinkled and down

many times used to feed babies

Happy victim of gravity

Will i be free, will I be free?


The toilet glove like a dove

Fleeing from the disgusting horns

Of Ultra normative society

that never ends

Enclosing me


Chorus/

ABC ABC ABCDEFG

Always categorizing me

Bra leach of the patriarchy !!!!


I am big breast

I am big breast

I am big, heavy on your chest

I know sometimes I make you weiry

Of the burden to carry me


Off the eyes of the others

Hiding me so I don’t bother

The neckline of holy Mother

Defined vulgar My heart shutters


from the gaze and projections

clinché manlimaginations

Jumping into porn conclusions

far from your self definition


The prize to pay to carry me

In that world of patriarchy

Is far to big

Bigger than me

It’s so unfair

I am sorry


Chorus///


I am no breast

I am no breast

A scar ,a tit

On a bare chest

But who defines

What I am for thee

Is it my place to sanctifie

Over gender identity


Maybe I am lost over decease

Maybe my growth is still to be

I am not there

But you are free

To express who you wanna be


Mammary gland A sign might be

But not a truth

I can tell thee

Breast can’t define feminity

Know who you are

Be who you be


bottom of page