Onhoudbare clichés over lezende mannen en schrijvende vrouwen
- Uschi Cop
- 23 minutes ago
- 3 min read
door Uschi Cop
In de vorige editie van De Standaard der Letteren beweerde Paul Sebes dat het wegduwen van mannen uit het literaire veld de dood zal zijn van de romankunst. Zijn probleem? De vermeende vervrouwelijking van het schrijven en lezen. Mannen zouden afhaken omdat de vrouwelijke uitgeverswereld met hun voorkeur voor ‘relationele dynamiek’ en ‘historische troost’ de roman als ‘intellectuele en verbeeldende krachtbron’ doden.
Een opiniestuk dat met de vinger wijst naar vrouwen voor het gedrag van mannen leest akelig herkenbaar. Vrouwen verantwoordelijk houden voor het gedrag van mannen kan niet de bedoeling zijn. Korte rokjes, ring a bell? Dit soort infantilisering van de man is nefast voor alle partijen.
De beweringen van Sebes vereisen een kordate reactie: niet alleen zijn ze feitelijk onhoudbaar, ze bevestigen de misogyne denkbeelden waar vrouwelijke romanschrijvers al eeuwen tegenop boksen.
Jongens die niet lezen
Genderverschillen in leesgedrag bestaan. In de EU leest 60 % van de vrouwen regelmatig, tegenover 44,5 % van de mannen. Vrouwen bezoeken vaker bibliotheken, lezen meer fictie en grijpen vaker naar een boek van een auteur van het andere geslacht.
Opvoeding, onderwijs, rolmodellen, genderpatronen en mediaconsumptie vormen onze leesgewoonten. Jongens ontwikkelen gemiddeld later taalvaardigheid en empathie. De kloof tussen hun prestaties in het onderwijs en die van meisjes wordt elk jaar groter. Ze tonen minder interesse in verbaal spel en noemen lezen meisjesachtig.
Willen we mannen écht terug aan het boek, dan moeten we investeren in leesbevordering, empathietraining en minder rigide genderrollen, in plaats van het vrouwelijke aanbod als zondebok aan te wijzen.
"Het gebruik van ‘feminisering’ door Sebes als scheldwoord herinnert aan politiek geladen termen als omvolking, het agressief verdrijven en vervangen van gerechtigde bezetters. "
Overal vrouwen?
Sebes’ bewering dat mannen van het literaire veld worden verdreven, klopt evenmin. In de najaarsbrochures 2025 van enkele hoogstaande literaire uitgevers, meer bepaald De Bezige Bij, Arbeiderspers, Querido, Cossee, Koppernik en Pluim zijn 68 % van de auteurs man. Onder de Librisprijswinnaars bevinden zich slechts 16 % vrouwen. In de afgelopen vijftien jaar groeide dat naar amper 26 %. In De Standaard der Letteren telde ik in de afgelopen drie maanden 64 % mannen tegenover 36 % vrouwen als columnisten, geïnterviewden of gerecenseerde auteurs.
Het gebruik van ‘feminisering’ door Sebes als scheldwoord herinnert aan politiek geladen termen als omvolking, het agressief verdrijven en vervangen van gerechtigde bezetters. Het is een flauw trucje bedoeld om angst en ressentiment op te roepen.
In werkelijkheid is er van een vrouwelijke coup geen sprake, eerder van een voortdurende inhaalslag in een historisch mannelijk georiënteerd veld. De vrouwen die de publicatie, de magazines, de prijzen wel halen – o.a. Connie Palmen, Safae El Khanoussi, Nadia De Vries, Caro Van Thuyne, Manon Uphoff– zijn stuk voor stuk briljante schrijvers, die je bezwaarlijk kan beschuldigen van een tekort aan verbeelding of ‘licht psychologisch inzicht’.
Sturende femi-uitgevers
Terwijl uitgeverijen steeds vaker vrouwen in dienst hebben en zij het leeuwendeel van het redactiewerk doen, blijven de échte beslissers aan de top grotendeels mannelijk.
Bovendien tonen verschillende studies aan dat mannen – zodra een sector minder zicht op status en prestige biedt – afhaken. Dit gebeurde bijvoorbeeld met het beroep leerkracht.
Diezelfde wetmatigheid speelt in het literaire veld: vanaf de diversiteit verhoogt, de sector toegankelijker en minder elitair wordt, verdwijnt de motivatie voor mannen zich te onderscheiden. De schuld bij de vrouwen leggen die zwoegen voor een kwaliteitsvol landschap is daarom des te wranger.
Een mannelijke vorm van denken
De roman is allerminst dood; ze transformeert. In tegenstelling tot wat Sebes beweert is de culturele inbedding van literatuur nooit breder geweest dan nu.
Het grotere aanbod van autobiografische romans is een trend die zich ook vanuit mannelijke kant voltrekt, denk aan de vele moederboeken, en net zoals bij autofictie hangt bij een ideeënroman de kwaliteit ervan af van de schrijver.
Dat de aanwezigheid van vrouwen de literaire wereld minder genuanceerd, complex of ambigue maken, is een onhoudbaar cliché. Vrouwelijke voorkeuren als verarming beschrijven is denigrerend en misleidend.
"mij lijkt het lef van mannen om van de ‘veilige’ en ‘herkenbare’ paden af te wijken en de confrontatie aan te gaan met de tegenstrijdigheden in hun denken over vrouwen, aan de orde te zijn"
‘Wat er op het spel staat, is niet alleen een genre, maar een vorm van denken’ schrijft Sebes. Ik kan me er niet aan ontdoen dat hij hier een rigide mannelijke vorm van denken bedoelt. Sebes hekelt de moed van vrouwelijke redacteurs, mij lijkt het lef van mannen om van de ‘veilige’ en ‘herkenbare’ paden af te wijken en de confrontatie aan te gaan met de tegenstrijdigheden in hun denken over vrouwen, aan de orde te zijn.
Een inclusieve leescultuur waarin elk genre, elke stem en elk perspectief een kans krijgt, dat is het doel. Het framen van vrouwelijke romans als inferieur enerzijds en visie en genialiteit als mannelijke monopolie anderzijds, kunnen we niet meer tolereren.
Het menselijke moet primeren, alleen zo blijft de roman echt levend en betekenisvol.
Comments