10 gedichten door Melanie Asselmans gebaseerd op de korteverhalenbundel 'Een man zijn' van Nicole Krauss
Zwitserland
ze is geen lichaam
echter een land onbezet
sereen en vreedzaam
maar in een kracht die bekoort
ligt de kans te worden gekwetst
stampvoetend veroverd
haar natuur
in bedwang
door macht en man.
“From my walks alone in Geneva, I already understood that the power to attract men, when it comes, arrives with a terrifying vulnerability” (14)
Zusya op het dak
ik ben mijn vader
en zijn vader
en zijn vader
en zijn vader
dat is mijn eigenheid
ach ,verloren zoon, stil maar
schrei nu niet
jij hoeft niemand meer te zijn.
“Only after his father was gone did [he] discover what his powerful presence had obscured . . . An objection. Not to his father, whom he had loved. But to what his father had asked of him, just as it had been asked of his father, and his father before that, and back and back through the chain of relentless begetting.” (33-34)
ik slaap, mijn hart niet
wat verlang ik van hij die eeuwig
slaapt, ondanks dat
mijn huis bewoont
mijn tafel dekt
mijn schoenen aantrekt
mijn woorden gebruikt
vreemde vreemde vreemde
de aanhouder wint:
venio video vinco
“That I will get used to stepping over the stranger on my way to the kitchen because that is the way one lives, casually stepping over such things until they are no longer a burden to us, and it is possible to forget them altogether” (57)
het einde der dagen
en op de laatste dag
sprak zij tot hem
en zei:
“ik geef en neem
opdat gij moogt nemen en geven
wat mij en niemand anders
toebehoort”
en met deze woorden
bevrijdde zij hen van verdoemenis.
“As if the fires were nearly upon them, burning closer and closer, as uncontainable as all fires that sweep away the old order to make way for the next.” (91)
kijk, Ershadi!
in een hand op de schouder of
in de menigte rondom
wat betekenen we eigenlijk
voor elkaar, liefste?
niet het minst mogelijkheid
al heb je mij daar niet voor nodig.
“How much time we wasted, she wrote, in believing that things came to us as gifts, through channels of wonder, in the form of signs, in the love of men, in the name of God, rather then seeing them for what they were: strengths we dragged up from the nothingness of our own depths” (112)
in geval van mogelijke nood
wat als
we morgen sterven
wat dan
je manier van scrabble spelen
je winnende score
het woord antimaterie
ik acht ons in dit moment onzeker
wat als
nee
kom hier vertrouwde Romeo
laten we elkaars allerlaatste kus zijn.
“Once, on the way [to the park], I passed someone . . . with a gas mask on. Maybe it was a joke, . . . or maybe he or she had simply gotten used to wearing it, had grown to like it in fact, and was reluctant to part with it now and go back to walking around with a naked face, exposed to everything.” (130)
liefde
wanneer ik je vroeg om je jas
de kleren van je lijf
het is liefde enkel en alleen
omdat ik je op die dag die plek
maar je zit onder mijn stervende h
als ik je heb gezegd
het had zo moeten gaan
dan heb ik gelogen liefde
ik weet werkelijk niets.
“Then [Sophie] shrugged her bony shoulders and lifted her empty palms skyward, as if to gesture at the absurdity – though which aspect of it she was referring to, I couldn’t say. The absurdity of believing that the decisions about who we love, and who we bind ourselves to, could ever be arrived at rationally?” (142)
een paradijs van groen
dat jij een roos bent en
of ik het ook moet zijn
je plant jezelf in bloedrood
je bloedt voor je vaderland
je vadert mij tot ik mezelf
naast je in de aarde plant
al wie ons plukken wil
moet eerst langs doornen
dat jij een roos bent
en ik een roos ben
die geen roos wil zijn.
“There are those who committed terrible crimes. And there are those who acquiesced. What I never knew was, what is it to acquiesce to the acquiescent? . . . No, not just to yield but, in one’s own way, to affirm?” (157)
de echtgenoot
ze draagt de vergulde eenzaamheid
rond haar nek als een kostbaar juweel
een immer door te geven erfstuk
vrouwelijkheid sterft vroeger dan het lichaam
ze schat rond de vijftig en is dat geen vrijheid?
eenzaamheid maakt mannenloze
macht moeder, zie je dat niet
wat is het dat hij biedt?
ach kind, hoor mij als ik zeg
ik zing wel degelijk mijn eigen loflied.
“. . . in the end everyone is alone, and the sooner one comes to terms with it, celebrates it, even, the sooner one can begin to live beyond the long shadow of anguish and anxiety. A woman living on her own is not a condition that required the emergency airlift of a man, she wants to argue . . . They’ve shared a condition, haven’t they? Two independent women without husbands, managing just fine on their own . . .” (182-183)
een man zijn
wie zou ik moeten zijn dan?
een appel gevallen van de boom
een verdoemde vrucht
beland op rode aarde
een genesis van gebroken ribben
goddeloze keuzes en
gekleurde verwachting
dat het nooit of te nimmer anders kan
ik smeek je, wie wil je dat ik ben?
“That worries the older one, too: the possibility that he will no longer be who he has always been, that he will lose something of his sensitivity, so valued by everyone who loves him, that he will become capable of violence . . . he curls his body into mine and in a nervous voice tells me that he wants to remain a child, that he doesn’t want anything to change. But he already is no longer a child. He is standing out on a bank between the shore and a sea that goes on and on, and the water, as they say, is rising.” (225)
Kommentare